Projectleider in de energietransitie: Wouter Koopman over waterstof bij GZI Next
Wie ben je en wat is jouw rol precies binnen GZI Next?
Ik ben Wouter Koopman en werk als projectleider aan het waterstofproject, EmmHy, op het GZI Next terrein. Ik heb bedrijfseconomie gestudeerd. Na mijn werk bij KLM begon ik in 2006 bij Shell.
De afgelopen jaren heb ik aan verschillende projecten in Nederland gewerkt. Denk bijvoorbeeld aan projecten voor de ontwikkeling van waterstof en brandstof voor vliegtuigen. Waterstof is een soort gas dat gebruikt kan worden als schone energiebron. Bij het gebruik van waterstof komt geen CO₂ vrij en dat is beter voor het klimaat. Ik werkte ook aan een project waarbij waterstof wordt vervoerd in de vorm van ammoniak. Ammoniak is een andere stof die waterstof makkelijker en veiliger maakt om op te slaan en te vervoeren. Later kun je de ammoniak weer omzetten in waterstof.
In 2024 besloot de projectleider voor het project EmmHy om iets anders te gaan doen. Ik heb toen met veel enthousiasme zijn taken overgenomen, en dat doe ik nog steeds met veel plezier!
Wat spreekt je aan in GZI Next?
De regio Emmen speelt al heel lang een belangrijke rol in de energievoorziening van Nederland. Dat is iets waar we trots op mogen zijn. En Emmen wil die rol dan ook in de toekomst blijven vervullen. Op het GZI-Next terrein zie je dat heel mooi terug. Hier werken mensen samen aan onze energie van de toekomst. Denk bijvoorbeeld aan zonne-energie, waterstof en groen gas. Ook wordt er onderzoek gedaan naar hoe we die energie in de toekomst kunnen gebruiken. Zo komen onderzoek en vakmanschap samen.
Ik vind het mooi om daaraan mee te werken. Als projectleider van een waterstofproject draag ik zo mijn steentje bij aan een schone en duurzame toekomst: voor Emmen én voor Nederland.
Wat is de rol van Shell in GZI Next?
Op de plek waar vroeger de gaszuiveringsinstallatie van de NAM stond, werken wij al een paar jaar aan verschillende projecten voor schone energie van de toekomst. Dit doen we veel samen met andere partijen. Shell heeft een zonnepark gebouwd wat een aantal jaar operationeel is. Ook is er een waterstofvulpunt waar de streekbussen van QBuzz en allerlei ander zwaar transport waterstof kunnen tanken. Shell werkt met ENGIE en EBN aan een biogasfabriek die Nederlandse gebruikers van biogas gaat voorzien, North Star.
Op het GZI-next terrein werken we ook aan de ontwikkeling van een zogenaamd open waterstof testcentrum. Dit doen we samen met GroenvermogenNL, TNO, DNV en de onderwijsinstellingen vanuit de Hydrogen Campus Valley Europe. In dit centrum testen we straks grote machines die waterstof maken. Deze machines heten ‘elektrolysers’ en maken waterstof uit water met behulp van stroom (van bijvoorbeeld zonnepanelen of windmolens).
Het doel is om technische en bedrijfseconomische risico’s te verlagen, die een grootschalige inzet van waterstofproductie in Nederland in de weg staan. Testen voor langere tijd op de locatie van een waterstoffabriek is vaak lastig en kostbaar. Daarom willen we dit op een centrale plaats mogelijk maken, op GZI Next.
Hoe werkt zo’n waterstoftestcentrum?
In de praktijk ziet dat er dan zo uit: een fabrikant brengt onderdelen van een waterstoffabriek naar GZI Next. Daar testen ze de machine een paar maanden. In het testcentrum regelen we alles wat nodig is voor de test: water, stroom, opslag, vergunningen, internet, veiligheid en databeveiliging. We kijken bijvoorbeeld of het apparaat goed werkt, snel kan schakelen en weinig energie verbruikt, ook als de omstandigheden veranderen. Zo leren we hoe we groene waterstof goedkoper én in grotere hoeveelheden kunnen maken. Tijdens de testen kan de apparatuur ook worden gekeurd (gecertificeerd).
Op deze manier kunnen stappen worden gezet in de opschaling van groene waterstofproductie.